Digitaal procederen in zicht

< Ga terug
14-07-2016
De Eerste Kamer heeft op 12 juli na stemming bij zitten en opstaan ingestemd met de voorstellen waarmee het procesrecht wordt gedigitaliseerd en vereenvoudigd. Hierdoor wordt het vanaf 2018 mogelijk om in fiscale zaken geheel digitaal te procederen.
Het moderniseringsproject Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak (KEI) is enkele jaren geleden door de Raad voor de Rechtspraak gelanceerd. De doelstelling van het project KEI is dat de rechtspraak moet aansluiten bij de digitalisering van de samenleving. Tevens behoort de rechtspraak toegankelijker te worden voor burgers. Doordat procedures vaak traag gaan, krijgen burgers minder vertrouwen in de rechtspraak. Voor professionele partijen, zoals advocaten of belastingadviseurs, wordt het digitaal procederen waarschijnlijk vanaf 2019 verplicht. De processen worden korter, met een grotere regierol voor de rechter tijdens en voorafgaand aan de zitting.
Met de wetsvoorstellen Vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (KEI-I) en Digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie (KEI-II) worden in het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering en de Algemene Wet bestuursrecht het procesrecht en het procesrecht in hoger beroep en cassatie vereenvoudigd. De procedures in het burgerlijk procesrecht en in het bestuursprocesrecht worden hiermee niet alleen versneld maar ook gedigitaliseerd. Alle procedures krijgen een nieuwe eenvoudige basisprocedure, die eventueel uitgebreid kan worden met andere proceshandelingen. Ook komen er meer wettelijke termijnen voor het verrichten van specifieke proceshandelingen en krijgt de rechter meer mogelijkheden om het proces te sturen. Het hoger beroep begint straks met de procesinleiding, waarin zowel de vorderingen als verzoeken kunnen worden opgenomen. Verder komen er duidelijkere termijnen voor het indienen van de gronden van het hoger beroep en het verweerschrift en krijgt de rechter ook hier meer mogelijkheden om het proces te sturen. Bij cassatierechtspraak wordt de indiening van het cassatieberoepschrift langs elektronische weg en de digitale stukkenwisseling mogelijk.
Het wetsvoorstel Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (KEI-III) regelt de aanpassing van de nieuwe terminologie uit de wetsvoorstellen KEI-I en KEI-II in alle overige wetten. Dit moet leiden tot een meer overzichtelijke en voorspelbaarder procesgang, een sneller verloop van procedures en een grotere toegankelijkheid van de rechterlijke macht. Daarnaast worden de dagvaarding en het verzoekschrift vervangen door de procesinleiding en belemmeringen voor het digitaal voeren van procedures weggenomen.
De Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen (KEI-IV) regelt de invoering van de vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en de uitbreiding van de mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen in rijkswetten.
Bron: EK 12-07-2016