Geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

< Ga terug
10-07-2015
Een beroep op het vertrouwensbeginsel bij een telefonische toezegging is lastig, zeker als alleen de eigen notities als bewijs aanwezig zijn. Een dga slaagt hier toch in. Uit zijn administratie blijkt dat hij consciëntieus notities maakte van al zijn gesprekken met de fiscus én conform de toezegging handelde.
Bij een boekenonderzoek wordt geconstateerd dat een bv ten onrechte in de jaren 2008 tot en met 2010 geen bijtelling voor het privégebruik van de aan de dga ter beschikking gestelde auto in de aangiften loonheffing heeft verwerkt. Uit praktisch oogpunt kiest de inspecteur ervoor de correcties te verwerken in de inkomstenbelasting. De dga gaat in bezwaar en beroep tegen de hem opgelegde (navorderings-)aanslagen IB. Hij betwist de bijtelling vanwege privégebruik en stelt onder meer dat er sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel. In 2004 zou hij van een medewerker van de fiscus de toezegging hebben gekregen dat bijtelling achterwege kan blijven als hij voor de privékilometers de auto zou huren van zijn bv tegen zakelijke condities en dit ook kan aantonen.
Hof Arnhem-Leeuwarden begint met het punt van het vertrouwensbeginsel (slaagt dit beroep, dan kan behandeling van de overige punten achterwege blijven). De Belastingdienst betwist de toezegging: hierover is niets terug te vinden in de systemen. Het hof acht het echter wel aannemelijk dat die toezegging is gedaan: de dga heeft aantekeningen van telefoongesprekken met de inspecteur overgelegd en hieruit blijkt, volgens het hof, dat de dga op consciëntieuze wijze verslag doet, niet alleen van dit gesprek maar ook van andere gesprekken. Ook hebben de dga en zijn bv sinds 2004 gehandeld conform de gestelde toezegging. Dat die toezegging niet in de systemen van de Belastingdienst is vastgelegd, doet volgens het hof niet ter zake. De inspecteur voert nog aan dat er in 2006 een wetswijziging is geweest (de bijtelling ging van de IB-sfeer naar de LB-sfeer), waardoor oude toezeggingen zijn komen te vervallen. Dit standpunt verwerpt het hof: die wetswijziging was voor onderhavige kwestie niet relevant.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 2-06-2015