Aanpassing Calamiteitenregeling op twee onderdelen

< Ga terug
17-06-2016
Minister Asscher van Sociale Zaken komt met een aanpassing van de Calamiteitenregeling. Na overleg en input vanuit diverse branches en sectoren en consultatie van de Stichting van de Arbeid wil de minister de voorgestelde regeling op twee punten aanpassen.
De Calamiteitenregeling vervangt de onwerkbaarweerregeling (art. 18 WW) en werktijdsverkortingsregeling (op grond van art. 8 BBA 1945). Beide regelingen voorzien in een WW-uitkering in geval van buitengewone niet-economische omstandigheden. Tussen beide regeling bestaan echter niet altijd goed verklaarbare verschillen. Met de invoering van één Calamiteitenregeling (opgenomen in de Wet vereenvoudiging regelingen UWV) zou daar harmonisatie in komen. Ook waren er problemen met de handhaving bij de onwerkbaarweerregeling. De invoering van de regeling (aanvankelijk voorzien per 1 oktober 2013) is telkens uitgesteld. Na overleg met verschillende branches, sectoren en de Stichting van de Arbeid stelt de minister nu de volgende aanpassingen voor:

de mogelijkheid van maatwerk met betrekking tot de eigenrisicoperiode. Uitgangspunt blijft een eigenrisicoperiode van 2 weken. Wel kan in de cao een kortere of langere periode worden afgesproken (desgewenst nul dagen). Dergelijke bepalingen kunnen algemeen verbindend worden verklaard;
de norm dat om in aanmerking te komen voor de regeling ten minste 20% van de arbeidscapaciteit niet kan worden benut, wordt verlaagd tot 10% (de huidige regeling voor onwerkbaar weer kent die eis niet, terwijl voor de WTV-regeling een norm van 20% geldt).

Op de overige punten (referte-eis WW, doorwerking op WW-duur) wil de minister de harmonisatie ongewijzigd doorvoeren.
Omdat deze aanpassingen leiden tot een gewijzigde regeling, zal het UWV eerst nog worden gevraagd een uitvoeringstoets uit te brengen. Aan de hand daarvan wil de minister nader bezien wat dit betekent voor het moment van invoering van de gewijzigde Calamiteitenregeling en wat dit betekent voor de tussenliggende periode.
Bron: TK 2015-2016, 26448, nr. 570