Ook ontvanger moet zich aan termijnen houden

< Ga terug
27-05-2015
Om een bestuurder aansprakelijk te kunnen stellen voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen, dient de naheffingsaanslag te zijn opgelegd en moet de uiterste betaaltermijn van die naheffingsaanslag inmiddels zijn verstreken.
Een belastingplichtige is volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel sinds 16 mei 2011 bestuurder van een bv. Van 16 december 2011 tot 9 september 2013 is hij ook enig aandeelhouder van de bv. Vanaf 9 september 2013 zijn de aandelen ondergebracht bij een stichting. Op 6 februari 2013 is iemand anders aangesteld (en per 2 september 2013 ingeschreven) als bestuurder van de bv. Op 13 juni 2013 wordt de belastingplichtige aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd voor tijdvakken in 2012 en de maanden januari en februari 2013. Op 9 mei 2013 doet de aandeelhouder een melding betalingsonmacht voor de maanden januari, februari en maart 2013. De ontvanger verklaart de melding betalingsonmacht voor de maanden januari en februari 2013 niet-rechtsgeldig.
Hoewel feitelijke omstandigheden aanleiding kunnen zijn om een in het handelsregister ingeschreven bestuurder niet meer als bestuurder aan te merken, redt de aandeelhouder het niet met zijn betoog dat hij na 6 februari 2013 slechts als belastingadviseur voor de bv heeft opgetreden geen handelingen als bestuurder meer heeft verricht. Uit de melding betalingsonmacht en de brief met verstrekte informatie blijkt dat hij deze als bestuurder heeft ondertekend. De vermelding in het briefhoofd dat de aandeelhouder belastingadviseur is, is niet voldoende om van iets anders uit te gaan. Het hof is het met de beoordeling van de rechtbank eens dat de belastingplichtige aansprakelijk gesteld kan worden.
Uit de stukken blijkt echter dat de naheffingsaanslag voor januari 2013 is opgelegd met dagtekening 13 juni 2013, zodat de uiterste betaaltermijn voor die naheffingsaanslag nog niet was verstreken op het moment van de aansprakelijkstelling. Kortom, de bv was voor deze betaling nog niet in gebreke. De aandeelhouder kon hiervoor op 13 juni 2013 dan ook nog niet aansprakelijk worden gesteld. Uit de Invorderingswet volgt immers dat aansprakelijkstelling niet plaatsvindt vóór het tijdstip waarop de belastingschuldige in gebreke is met de betaling van zijn belastingschuld. Met betrekking tot af te dragen, maar nog niet in een belastingaanslag geformaliseerde, belasting is een belastingplichtige niet als belastingschuldige aan te merken.
Bron: Hof Amsterdam 16-04-2015 (gepubliceerd 13-05-2015)