Geen benadeling zelfstandigen in Bouw-cao

< Ga terug
12-04-2016
Per 8 april is de cao Bouw & Infra algemeen verbinden verklaard. Tegen die algemeenverbindendverklaring was door Zelfstandigen Bouw en Bovib (Branche-organisatie voor intermediairs en brokers) bezwaar ingebracht tegen een bepaling in de cao waarin eisen worden gesteld aan de in te huren zzp’ers . Volgens de minister van SZW is er echter geen sprake van een te grote benadeling of een onevenredige beperking.
Op grond van artikel 5 lid 3 van de cao is een werkgever gehouden zijn overeenkomsten aan te gaan met zzp’ers die voldoen aan een elders in de cao (art. 1 lid 11 sub b) gegeven definitie van zzp’er. Daar is aangegeven dat een zzp’er een natuurlijk persoon is van wie het aannemelijk is dat hij in fiscale zin als ondernemer kan worden aangemerkt, ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel, zelfstandig handelt bij de inrichting en uitvoering van zijn werkzaamheden, een overeenkomst heeft gesloten met de opdrachtgever, voor eigen rekening en risico werkzaamheden verricht, een winstperspectief heeft en (tot de datum van de afschaffing van de VAR) beschikt over een relevante VAR-Wuo.
Volgens Zelfstandigen Bouw benadeelt deze bepaling zzp’ers die niet aan deze definitie (kunnen) voldoen. Ook zou het de contractvrijheid voor bouwbedrijven beperken. Volgens Bovib worden de rechtmatige belangen van zelfstandigen en hun bemiddelaars en intermediairs benadeeld
In zijn overwegingen bij de algemeenverbindendverklaring geeft de minister echter aan dat de zzp’er die door een werkgever wordt ingeleend, zelf niet aan de cao is gebonden. Met de in de cao opgenomen definitie van zzp’er beogen de cao-partijen ‘echte’ zzp’er te onderscheiden van schijnzelfstandigen. Het doel is dan ook, zoals de cao-partijen aangeven, dat opdrachtgevers enkel werken met ‘echte’ zzp’ers. Hiermee beogen de cao-partijen de belangen van werknemers te beschermen zonder dat de inzet van zzp’ers generiek in de cao wordt uitgesloten. De minister geeft voorts aan dat het tot de bevoegdheid van de cao-partijen behoort om de inhoud van de cao vast te stellen en derhalve voorwaarden te stellen aan de inleen van zzp’ers. Onder de gestelde voorwaarden is het toegestaan dat zzp’ers en bouwbedrijven zakelijke relaties met elkaar aangaan. Er kan dan ook niet worden geconcludeerd dat bij deze bepalingen sprake is van een te grote benadeling of een onevenredige beperking.
Bron: Stcrt 7-04-2016, nr. 18112