Ander tijdvak aangewezen; aangifte tijdig

< Ga terug
03-03-2016
Sinds het Fuchs-arrest van het Europese Hof van Justitie kan een particulier als btw-ondernemer worden aangemerkt indien hij met zijn zonnepanelen opgewekte elektriciteit terug levert aan het elektriciteitsnet. Een aantal particulieren visten met het in aftrek brengen van de btw over de aanschafkosten echter achter het net omdat ze te laat waren met de aangifte. Een ondernemende particulier had onlangs bij Rechtbank Noord-Holland meer geluk.
Particulieren die in de periode voor het Fuchs-arrest (20 juni 2013) al zonnepanelen hadden geplaatst, konden vaak hun btw over de aanschafprijs niet in aftrek brengen. De terug te vragen btw moet namelijk volgens de wettelijke regeling binnen drie maanden na afloop van het kwartaal waarin de inkoopfactuur is ontvangen in een btw-aangifte worden opgenomen. Zo oordeelde bijvoorbeeld Rechtbank Gelderland vorig jaar dat een particulier de btw op de kosten voor de aanschaf van zonnepanelen – factuur december 2012 ontvangen, in zijn btw-aangifte van 26 april 2014 opgenomen – toch echt te laat was. Hij had de btw uiterlijk 31 maart 2013 in zijn aangifte in aftrek moeten brengen.
Een particulier die februari 2013 zonnepanelen liet plaatsen en energie aan het elektriciteitsnet ging leveren had meer geluk. De factuur was op 28 februari 2013 ontvangen. Op de dag van het Fuchs-arrest vroeg deze particulier om een aangifteformulier omzetbelasting. Op 10 juli antwoordt de inspecteur met de uitreiking van een aangiftebiljet, onder de vermelding dat een definitief standpunt over het ondernemerschap nog moet worden ingenomen. Verder is op het aangiftebiljet vermeldt dat de aangifte betrekking heeft op het tijdvak 01-01-2013/30-06-2013 en dat de aangifte uiterlijk 1 september 2013 binnen moet zijn. Op 27 augustus 2013 dient de particulier zijn aangifte in. In een brief van 7 maart 2014 meldt de inspecteur dat de particulier zich niet tijdig als ondernemer heeft aangemeld. Hierop volgt een beschikking van 28 maart 2014 waarin het verzoek om teruggaaf omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2013 niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt echter dat in dit geval de aangifte toch op tijd is. Het normale tijdvak voor de omzetbelasting is een kwartaal. Dit zou betekenen dat de particulier te laat is. Maar de inspecteur heeft de bevoegdheid om in bijzondere gevallen een ander tijdvak aan te wijzen. Volgens de rechtbank volgt uit de uitgereikte aangifte, waarop een tijdvak van 1 januari tot en met 30 juni 2013 is vermeld, dat de inspecteur gebruik heeft gemaakt van die bevoegdheid. De conclusie is dan ook dat de aangifte tijdig is ingediend en het verzoek om teruggaaf ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard.
Bron: Rb. Noord-Nederland 22-12-2015 (publ. 22-02-2016)