Export naar EU-landen goed voor werkgelegenheid

< Ga terug
12-05-2015
Volgens het CBS leverde de export van goederen en diensten naar EU-landen Nederland in 2013 € 140 miljard op. Dat is na aftrek van benodigde import. Deze export was goed voor 1,4 miljoen voltijdbanen. Dat is ruim een vijfde van het Nederlandse BBP en van de werkgelegenheid.
Bedrijven exporteerden in 2013 voor € 385 miljard goederen en diensten naar EU-landen. Daar was € 245 miljard aan import voor nodig. Bijvoorbeeld, bedrijven importeren aardolie, maken er benzine van en exporteren deze. Ook importeren Nederlandse bedrijven smartphones uit China om ze weer te verkopen aan andere landen. Deze wederuitvoer levert per euro export wel veel minder op dan de in Nederland zelf geproduceerde goederen en diensten. In totaal houdt Nederland € 140 miljard over aan de export naar EU-landen.
In 2013 was de export naar EU-landen goed voor 1,4 miljoen voltijdbanen (vte). Dat is twee derde van de ruim 2 miljoen voltijdbanen door de export. Het is een vijfde van de totale Nederlandse werkgelegenheid. Dit werk was er vooral in de bedrijfstakken handel, vervoer, zakelijke dienstverlening en industrie, samen goed voor 1,1 miljoen voltijdbanen. Een bedrijfstak als het onderwijs is veel meer op het binnenland gericht dan op het buitenland. De werkgelegenheid verbonden aan export is daar dan ook veel lager.
De industrie exporteert zelf en de zakelijke dienstverlening is een belangrijke toeleverancier van exporteurs. Bijvoorbeeld, een accountantskantoor werkt half voor een fabriek die alleen exporteert en half voor een bakkersconcern dat alleen voor Nederlandse consumenten produceert. Dan is de helft van de werkgelegenheid bij het accountantskantoor te danken aan de export.