Belastingplan 2016: lagere lasten op arbeid

< Ga terug
16-09-2015
Het pakket Belastingplan bevat dit jaar vijf wetsvoorstellen: Belastingplan 2016, Overige fiscale maatregelen 2016, Wet tegemoetkomingen loondomein, Wet vrijstelling uitkeringen Artikel 2-fonds, Wet implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn 2015. De meest in het oog springende maatregelen.
Belastingplan 2016
Box 3 wordt herzien
Er worden in box 3 drie schijven onderscheiden: 0 - € 100.000, € 10.000 - € 1.000.000 en meer dan € 1.000.000, deze schijven worden voor drie jaar vastgesteld en worden indien nodig vervolgens elke vijf jaar herzien. Voor de schijven is een vermogensmix vastgesteld op basis van historische gegevens. In de eerste schijf is de verdeling 67% spaargeld – 33% beleggingen, in de tweede schijf 21% spaargeld – 79% beleggingen en voor de derde schijf wordt geen rekening gehouden met spaargeld. Het veronderstelde rendement op spaargeld is 1,63%, het veronderstelde rendement op beleggingen is 5,5%. Over deze voordelen samen moet 30% belasting worden betaald. Het heffingsvrije vermogen gaat naar € 25.000. De regeling voor fiscale partners blijft gelijk.
Integratie S&O- afdrachtvermindering en RDA
De RDA en S&O-afdrachtvermindering (WBSO) worden met ingang van 2016 samengevoegd tot één regeling onder het regime van de S&O-afdrachtvermindering. Er zullen twee schijven gelden met een voordeelpercentage van respectievelijk 32 en 16% (in 2015 35% en 14%), afhankelijk van de totaal gemaakte S&O-kosten. De grens tussen de eerste en de tweede schijf ligt bij € 350.000 (in 2015 € 250.000) aan gemaakte kosten. Het verhoogde starterspercentage van de eerste schijf blijft bestaan en gaat van 50 naar 40%. Voor de zogenoemde nog openstaande S&O-uitgaven uit de huidige RDA geldt een overgangsregeling.
De regeling zal worden uitgevoerd door rvo.nl.
Verruiming schenkingsvrijstelling eigen woning
In 2016 bedraagt de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar € 53.016. De schenkingsvrijstelling wordt, om budgettaire redenen, pas per 2017 verhoogd naar € 100.000. De schenking moet worden gebruikt voor de verwerving of verbouwing van de eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming voor die woning of de aflossing van de eigenwoningschuld of restschuld. Ook de beperking dat de schenking door ouders aan kinderen moet worden gedaan vervalt per 2017.
En verder:

De tweede en derde schijf in de IB worden ieder met 1,85% verlaagd en de derde schijf wordt met € 8.548 verlengd. Vierde schijf begint dan bij € 66.421 (in 2015: € 57.585).
Afbouwpercentage algemene heffingskorting wordt verhoogd.
De arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting worden verhoogd.
Het emigratielek voor aanmerkelijkbelanghouders wordt gedicht: de kwijtschelding van de conserverende aanslag, die bij emigratie van ab-houders is opgelegd, vervalt. De conserverende aanslag blijft in stand. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 15 september 2015.
Betere aansluiting loonbelasting en inkomstenbelasting:

de uitzonderingsregel bijzondere beloningen worden afgeschaft. Het wordt dus onmogelijk de bijzondere beloning bij het tijdvakloon op te tellen. Hierdoor sluit de loonheffing beter aan bij de inkomstenbelasting en hoeft er niet achteraf te worden bijbetaald.
De opbouw arbeidskorting wordt met ingang van 1 januari 2016 verwerkt in de tabel bijzondere beloningen.

Erfpachtstructuren in de overdrachtsbelasting worden aangepakt

Overige fiscale maatregelen
Werkkostenregeling
Het gebruikelijkheidscriterium wordt in de werkkostenregeling wordt aangescherpt op verzoek van de Eerste en Tweede Kamer. De vrees bestond dat bonussen met het oog op tariefsarbitrage zouden worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Volgens de gewijzigde formulering van het gebruikelijkheidscriterium mag de omvang van de als eindheffingsbestanddeel aangewezen vergoedingen en verstrekkingen niet in belangrijke mate groter zijn dan de omvang van de vergoedingen en verstrekkingen die in de regel in overeenkomstige omstandigheden als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen.
En verder:

De informatieplicht bij eigenwoningschuld wordt vereenvoudigd als de belastingplichtige dit zelf moet aangeven.
Per 1 juli 2016 is het niet meer mogelijk per jaar MRB te betalen.
De minimumwaarderingsregel bij afkoop lijfrente wordt afgeschaft.
De massaal bezwaarprocedure wordt verbeterd en er wordt een fiscale prejudiciële procedure ingevoerd.
Ook buitenlandse monumentenpanden kunnen onder voorwaarden onder de monumentenregeling vallen naar aanleiding van het arrest van het Europese Hof.
Step-up dividendbelasting voor grensoverschrijdende juridische fusie en juridische splitsing.
Er worden enkele maatregelen in de woningsfeer genomen.
De Vpb-plicht voor overheidsondernemingen wordt op een aantal punten verduidelijkt.

Wet tegemoetkomingen loondomein
De huidige premiekortingen zijn volgens het kabinet niet in alle gevallen toereikend. Er komt daarom een nieuw systeem met tegemoetkomingen in de vorm van loonkostenvoordelen. Het wetsvoorstel introduceert verder het zogenoemde lage-inkomensvoordeel (een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die mensen met een salaris tot 120% van het wettelijk minimumloon in dienst hebben). De invoering gaat in fases; eerst het lage-inkomensvoordeel in 2017, waarna de loonkostenvoordelen volgen in 2018.
Wet vrijstelling uitkeringen Artikel 2-fonds
Het Artikel 2-fonds is een compensatieregeling voor Joodse vervolgingsslachtoffers uitgekeerd door de Duitse overheid. Voorgesteld wordt deze uitkeringen in Nederland vrij te stellen van belasting en premieheffing.
Wet implementatie Moeder-Dochterrichtlijn
De Wet Vpb en de Wet dividendbelasting worden gewijzigd om te voorkomen dat bepaalde geldverstrekkingen in grensoverschrijdende verhoudingen gunstiger worden behandeld dan in nationale verhoudingen. De tweede wijziging betreft de invoering van een antimisbruikbepaling.
Bron: Pakket Belastingplan 2016