Geen naheffing van betaalde omzetbelasting

< Ga terug
05-08-2015
Voor de btw is een goede aansluiting tussen de financiële administratie en de aangifte van groot belang. Zijn er onverklaarbare verschillen tussen beide dan loopt men al gauw naheffingsaanslag op. Is er meer aangegeven en betaald dan uit de administratie blijkt, en is daar een verklaring voor, dan kan de naheffingsaanslag van tafel, zo oordeelde Hof Den Bosch onlangs.
Een fotograaf heeft in januari 2009 een factuur met omzetbelasting uitgereikt aan de onderneming van zijn echtgenote. De factuur betreft de levering van apparatuur aan haar bedrijf voor een bedrag van € 97.293,07, inclusief € 15.534,18 aan omzetbelasting. De op de factuur vermelde omzetbelasting heeft hij tijdig aangegeven en betaald. Een jaar later, in 2010, wordt tijdens een boekenonderzoek deze factuur niet aangetroffen in zijn boekhouding. Bij het bedrijf van zijn echtgenote wordt de factuur echter wel aangetroffen. De op die factuur vermeldde btw heeft zij als voorbelasting in aftrek gebracht.
Omdat die factuur niet in zijn administratie is verwerkt, krijgt de fotograaf een naheffingsaanslag omzetbelasting, vermeerderd met een boete en heffingsrente. Op grond van de administratie is het volgens de inspecteur namelijk onmogelijk de juiste omzetbelasting eenvoudig te berekenen.
Voor hof komt staat vast dat over het eerste kwartaal € 15.961 omzetbelasting is aangegeven en betaald, terwijl volgens de administratie slechts € 79 verschuldigd was. Het lijkt er dus op dat de factuur in eerste aanleg wel in de aangifte is verwerkt maar niet in de boekhouding. De man heeft hierover al tijdens het boekenonderzoek verklaard dat volgens de inspecteur onderlinge facturering tussen echtelieden niet was toegestaan. Dat die factuur zich niet meer in de administratie bevindt, betekent volgens het hof niet dat de betreffende omzetbelasting dan ook niet is aangegeven en betaald. Het hof acht het aannemelijk dat de fotograaf de omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2009 heeft aangegeven en betaald en dat de factuur op aanwijzen van de Inspecteur uit de boekhouding is verwijderd. De naheffingsaanslag is ten onrechte opgelegd. De resterende boete wordt vernietigd vanwege de geringe betalingscapaciteit, de lange duur van het boekenonderzoek en de verwarring die was ontstaan.
Bron: Hof Den Bosch 26-06-2015 (publ. 22-07-2015)