Oude én nieuwe bestuurder aansprakelijk voor faillissementstekort

< Ga terug
21-10-2016
Een bestuurder/aandeelhouder van een vennootschap met aanzienlijke schulden onttrekt de vermogensbestanddelen aan de vennootschap en verkoopt de aandelen vervolgens aan een koper die geen verhaal biedt. Volgens rechtbank Oost-Brabant waren beiden aansprakelijk voor het faillissementstekort.
Een enig aandeelhouder heeft alle aandelen in een bv, waarvan hij ook de enige bestuurder is, voor € 1 overgedragen aan twee Engelse vennootschappen. Die vennootschappen stellen een nieuwe bestuurder aan. Na de aandelenoverdracht verricht de bv geen bedrijfsactiviteiten meer. Enkele jaren later gaat de bv failliet. De curator stelt dat zowel de voormalige als de nieuwe bestuurder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het tekort in het faillissement. De rechtbank wijst de vordering toe.
Wat betreft de oude bestuurder oordeelt de rechtbank dat hij zijn aandelen voor € 1 van de hand heeft gedaan en de nieuwe bestuurder alle papieren en de bankpas van de bv heeft overhandigd, zonder enig onderzoek te doen naar diens persoon en diens plannen met de bv, terwijl daar alle reden voor was gelet op de schulden die toen nog openstonden. Over die schulden is bij de overdracht in het geheel niet gesproken. De hele gang van zaken toont volgens de rechtbank aan dat de oude bestuurder de bv heeft overgedragen om de nadelige gevolgen van een faillissement te ontlopen en dat hij daarbij geen oog heeft gehad voor de gerechtvaardigde belangen van de schuldeisers. Ook wist of behoorde hij althans te beseffen dat er een grote kans was dat de nieuwe bestuurder misbruik zou maken van de bv door deze voor zichzelf verder ‘leeg te halen’. Volgens de rechtbank zou geen redelijk denkend bestuurder onder deze omstandigheden op deze wijze hebben gehandeld en moet dit handelen van de oude bestuurder als kennelijk onbehoorlijk bestuur worden aangemerkt. Aannemelijk is de onbehoorlijke taakvervulling door de voormalige bestuurder een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement.
Maar ook de nieuwe bestuurder treft volgens de rechtbank blaam. Hij heeft niet voldaan aan zijn verplichtingen als bestuurder (boekhoudplicht, openbaarmaking jaarrekening) en vermoed wordt dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De nieuwe bestuurder voert nog aan dat het faillissement door zijn voorganger is veroorzaakt, omdat deze buiten zijn medeweten activa van de bv heeft verkocht zonder de opbrengst daarvan aan de bv ten goede te laten komen, maar de rechtbank volgt hem hierin niet. Door het ontbreken van de administratie – dat aan de nieuwe bestuurder is toe te rekenen – is niet te achterhalen wanneer de activa zijn verkocht, wat de opbrengst daarvan is geweest en wat er met de opbrengst is gebeurd. De nieuwe bestuurder heeft daar ook niets over gesteld. Het staat dan ook niet vast dat deze verkoop een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De rechtbank acht het bovendien niet aannemelijk dat hij niet op de hoogte was van de overdracht van de activa.
Bron: Rb. Oost-Brabant, 12-10-2016