2017: lage-inkomensvoordeel

< Ga terug
08-09-2016
Werkgevers komen in 2017 in aanmerking voor het lage-inkomensvoordeel van maximaal € 2.000 per werknemer als zij een werknemer in dienst hebben met een gemiddeld uurloon dat correspondeert met 100% tot 120% van het wettelijk minimumloon.
Deze maatregel uit de Wet tegemoetkomingen loondomein treedt volgend jaar in werking. Wel komt er nog een wijziging: bij de berekening van de uurloongrenzen was uitgegaan van een werkweek van 38 uur. Dit wordt aangepast zodat ook minimumloners met een langere werkweek in aanmerking komen. De bovengrens verschuift naar 125%. Een ander onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein - het loonkostenvoordeel dat de bestaande premiekortingen vervangt - treedt in 2018 in werking.
Wel is ten aanzien van het lage-inkomensvoordeel in het onlangs ingediend wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2017 nog een wijziging opgenomen. Of een werkgever in aanmerking komt voor het lage-inkomensvoordeel is namelijk afhankelijk van het uurloon van de werknemer (art. 3.1 Wtl). Bij de uurloongrenzen (100-120% WML) en de bedragen voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) was destijds uitgegaan van een 38-urige werkweek, anticiperend op een herziening van de Wet op het minimumloon en de introductie van een minimumuurloon. Zo'n wettelijk minimumuurloon komt er voorlopig niet. Omdat het lage-inkomensvoordeel dan niet zou kunnen worden toegepast bij werknemers met een minimumloon en een werkweek van meer dan 38 uur, hun uurloon valt onder de ondergrens in de wet, worden de uurloongrenzen in de wet aangepast. Bij de vaststelling hiervan wordt voortaan uitgegaan van een 40-urige werkweek. Omdat hierdoor ook aan de bovenkant een deel van de werknemers buiten het bereik zou kunnen vallen wordt de bovengrens opgetrokken naar 125%.
Bron: Stb 2016, 307; TK 2015-2016, 34528, nr. 2 en 3