Lichte stijging premie WGA, ZW vrijwel ongewijzigd

< Ga terug
01-09-2016
Het UWV heeft de premies en parameters WGA en ZW 2017 en de sectorpremies WGA en ZW-flex gepubliceerd. Volgens het UWV ontwikkelen de premies voor de arbeidsongeschiktheids- en ziektewetverzekeringen bij UWV zich volgens verwachting. De gemiddelde premie WGA voor 2017 is ten opzichte van de huidige premie met 0,03 procentpunt bijgesteld. De ZW-premie voor 2017 is met slechts 0,01 procentpunt bijgesteld.
De gedifferentieerde premies WGA en ZW wijzigen in beperkte mate. De ZW-premie heeft drie jaar na de introductie in 2014 zijn structurele niveau bereikt. Dat betekent dat het gemiddelde premieniveau nog in geringe mate zal fluctueren. In 2017 daalt het gemiddelde premiepercentage licht met 0,01 procentpunt (van 0,36 procent in 2016 naar 0,35 procent in 2017). De gedifferentieerde premie WGA heeft volgens UWV zijn structurele niveau nog niet bereikt, vanwege de gemiddeld langere duur van de WGA-uitkeringen. Om die reden stijgt het gemiddelde percentage met 0,03-procentpunt (van 0,71 procent in 2016 naar 0,74 procent in 2017).
Op 1 januari 2017 treden er drie wijzigingen op in het hybride stelsel van de WGA. Allereerst vindt er een samenvoeging plaats van de WGA-vast en WGA-flex. Werkgevers moeten hierdoor de afweging maken of zij zich voor het totale pakket WGA-vast en –flex verzekeren bij UWV of dat zij hiervoor eigenrisicodrager worden. Voor werkgevers die nu al eigenrisicodrager zijn voor de WGA-vast en dit voortzetten voor de gehele WGA, geldt dat zij lopende WGA-flexuitkeringen met een eerste ziektedag vóór 1 januari 2017 als staartlasten bij UWV mogen achterlaten.
De tweede wijziging is dat nieuwe eigenrisicodragers vanaf 1 januari 2017 zowel lopende WGA-flex als WGA-vast uitkeringen mogen achterlaten bij het aangaan van het eigenrisicodragerschap.
De derde wijziging betreft een nieuwe terugkeerpremie voor werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap terugkeren bij UWV. Voor deze werkgevers wordt bij de publieke premieberekening WGA ook rekening gehouden met WGA-uitkeringen uit het verleden.
De kosten van de staartlasten die werkgevers achterlaten als ze kiezen voor eigenrisicodragerschap, worden betaald uit het opgebouwde rentehobbelvermogen. Dit vermogen is in de periode 2007-2012 opgebouwd middels een opslag op de Whk-premie en rentebaten over het ontstane vermogen. Per 1 januari 2017 krijgt dit deel van de Whk een lastenkant en gaat het rentehobbelvermogen verder onder de naam staartlastvermogen als gevolg van de veranderingen in de wet.
Bron: UWV 1-09-2016